Palliatieve sedatie kan continu, maar ook intermitterend toegepast worden. Bijvoorbeeld bij patiënten die alleen ’s nachts onrustig zijn.
Wat zijn de indicaties en de verpleegkundige aandachtspunten? Wijkverpleegkundigen Sjaak Thijssen en Ruth Vonk* lichten toe.
1 Wanneer pas je intermitterende sedatie toe?
Intermitterende sedatie is geïndiceerd als sprake is van een refractair symptoom dat je niet op een andere manier draaglijk kunt maken. Je brengt tijdelijk rust door het bewustzijn te verlagen, maar de sedatie staak je ook weer. De patiënt komt dus weer bij.
Dit in tegenstelling tot continue sedatie, waarbij de patiënt gesedeerd is tot het moment van overlijden. Ook mag bij intermitterende sedatie de geschatte termijn tot overlijden langer dan 2 weken zijn. Je kunt vocht en voeding blijven toedienen.
Wijkverpleegkundige palliatieve zorg Sjaak Thijssen: ‘Intermitterende sedatie kun je bijvoorbeeld overwegen wanneer de patiënt in de nacht onrustig is, maar overdag niet.’
Overdag inzetten van intermitterende sedatie kan uiteraard ook, bijvoorbeeld tijdens een wondbehandeling waarbij pijnbestrijding niet voldoende werkt.
Wil jij meer weten over palliatieve zorg?
Kom dan naar Het Jaarcongres Palliatieve Zorg 2025 op 5 februari in Ede. Een dag vol met interessante sprekers en workshops! Leer onder andere:
- Tijdig signaleren van ongemakken bij de patiënt.
- Communiceren met families tijdens de stervensfase.
- Omgaan met cultuurverschillen en tijdsdruk.
Benieuwd wat je kan verwachten? Klik dan hier voor meer informatie!
2 Intermitterende palliatieve sedatie pas je altijd proportioneel toe. Wat houdt dat in?
Proportionele toepassing betekent dat je het bewustzijn nooit meer verlaagt dan nodig is om de symptomen te verlichten. Bij zowel continue als intermitterende sedatie bied je comfort op geleide van symptoomlast.
Wijkverpleegkundige palliatieve zorg Ruth Vonk*: ‘Intermitterende sedatie is niet het equivalent van een slaappil. Dat is soms nog een misverstand. Dat de patiënt denkt: ik word in slaap gebracht en dan zijn al mijn problemen verdwenen. Sedatie heeft als doel om comfort te bereiken. Hier is een refractair symptoom voor nodig. Bij intermitterende sedatie kan dit ook een tijdelijk refractair symptoom zijn.’
3 Hoe hou je ‘s nachts de vinger aan de pols?
‘Een voorwaarde voor de sedatie is dat er iemand aanwezig of in de nabijheid is die kan monitoren, bijvoorbeeld een naaste’, aldus Vonk. ‘De patiënt is dus nooit alleen. Ik vraag naasten altijd van tevoren of er dingen zijn waar ze tegenop zien. Wat verwachten ze? Om zo een beeld te krijgen hoe zij erin staan. Het is belangrijk om hen goed te informeren, bijvoorbeeld over hoe de subcutane infuuspomp werkt en wie ze kunnen bellen als er iets gebeurt. Als het nodig is kan een interventie worden toegepast. De interventie wordt overlegd met een arts of er is al een proactief plan gemaakt.’
4 Wat doe je in de ochtend na de sedatie?
Zo’n 2 uur voor het gewenste tijdstip van ontwaken stop je de onderhoudsdosering. Dan evalueer je met de patiënt en naasten hoe het is gegaan.
Vonk: ‘Vraag de patiënt hoe die de nacht heeft ervaren en de naasten of zij de indruk hebben dat de patiënt comfortabel is geweest. Wat waren hun eigen ervaringen en wat hebben ze nog nodig om de volgende nacht goed door te komen? Je kunt ook bij subcutane infusietherapie de pomp uitlezen om te zien of er is bijgebolust en naar aanleiding daarvan het beleid zo nodig bijstellen.’
Thijssen: ‘Het gaat niet altijd goed. Ik heb in het hospice weleens meegemaakt dat we dachten dat een patiënt rustig had gelegen en een goede nacht had. De volgende ochtend zei ze: ik heb allemaal rare dromen gehad en niet goed door kunnen slapen. Vragen hoe de patiënt de sedatie heeft ervaren, is dus heel belangrijk.’
5 Waar moet je mee oppassen bij intermitterende sedatie?
Thijssen: ‘Waak ervoor dat de intermitterende sedatie een verkapte continue sedatie wordt. Daar zitten namelijk andere criteria aan en daar hoort ook andere voorlichting bij.’
Vonk: ‘Je hebt te maken met de voorschriften van de arts. Het kan natuurlijk voorkomen dat de patiënt achteruitgaat en de symptoomlast toeneemt. Bij een levensverwachting van minder dan 2 weken kan de huisarts besluiten om over te gaan op continue sedatie.’
*Sjaak Thijssen en Ruth Vonk zijn wijkverpleegkundigen palliatieve zorg bij ZZG Zorggroep. Sjaak Thijssen is duovoorzitter van de V&VN afdeling Palliatieve Zorg.
Dit is een verkorte versie van een eerder geplaatst artikel. Voor de volledige tekst, klik hier!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account