Bètablokkers blokkeren de β1- en β2-receptoren. Hierdoor daalt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van het hart. Maak de toets over dit onderwerp en verdien 1 accreditatiepunt.
Leerdoelen
In deze Challenge over bètablokkers leer je:
1 wat de verschillen zijn tussen bètablokkers
2 wanneer bètablokkers worden toegepast
3 wat vaak voorkomende bijwerkingen zijn van bètablokkers
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
De toetsen zijn ook beschikbaar via de Nursing Challenge app.
tekst Linda de Graaf illustratie Bernet Ragetli
Lesstof
1 Wat zijn de verschillen tussen de bètablokkers?
Tot de bètablokkers (β-blokkers) horen acebutolol, atenolol, bisoprolol, carvedilol, celiprolol, esmolol, labetalol, landiolol (alleen voor parenterale toediening), metoprolol, nebivolol, propranolol en sotalol. Deze middelen blokkeren de β1- en/of β2-receptoren, die worden geactiveerd door noradrenaline. Hierdoor daalt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van het hart.
Bètablokkers kunnen worden ingedeeld op basis van de selectiviteit voor β1- of β2-receptoren, de zogenaamde intrinsieke activiteit en de vetoplosbaarheid.
Selectiviteit voor β1- of β2-receptoren
Middelen die vooral de β1-receptor blokkeren worden ook wel cardioselectieve bètablokkers genoemd. Bij deze middelen treden minder vaak pulmonale of metabole bijwerkingen op. Voorbeelden van selectieve bètablokkers zijn atenolol, bisoprolol en metoprolol. Voorbeelden van niet-selectieve bètablokkers zijn propranolol en sotalol.
Intrinsieke activiteit
Sommige bètablokkers blokkeren niet alleen de bètareceptoren, maar hebben deels ook juist een stimulerende werking. Dit is de intrinsieke activiteit, die vooral in rust tot uiting komt. Bètablokkers met intrinsieke activiteit, zoals celiprolol, verlagen in rust de hartfrequentie en het hartvolume in mindere mate dan bètablokkers zonder intrinsieke activiteit, zoals bisoprolol, metoprolol, propranolol en sotalol.
Vetoplosbaarheid
Tot slot zijn er verschillen in lipofiliteit, de mate waarin middelen in vetweefsel doordringen. Lipofiele bètablokkers, zoals bisoprolol en metoprolol, dringen makkelijker in de hersenen door en geven eerder aanleiding tot bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel. Het bewijs hiervoor is echter niet eenduidig geleverd.1
2 Wanneer worden bètablokkers toegepast?
Bètablokkers worden gebruikt als antihypertensivum, soms in combinatie met andere bloeddrukverlagende middelen. Als de huisarts ervoor kiest om hypertensie met een bètablokker te behandelen, dan gaat de voorkeur uit naar metoprolol 1 dd 50 mg, atenolol 1 dd 25 mg of bisoprolol 1 dd 5 mg.
Bètablokkers worden ook toegepast bij stabiele angina pectoris. Omdat ze de hartfrequentie verminderen en de bloeddruk verlagen, verbetert de inspanningstolerantie. Bètablokkers hebben bij angina pectoris vooral een gunstig effect als er ook sprake is van een verhoogde bloeddruk, tachycardie of een myocardinfarct in de voorgeschiedenis.
Bètablokkers kunnen ook worden ingezet bij bepaalde hartritmestoornissen, vooral bij supraventriculaire en ventriculaire aritmieën.
Bètablokkers worden verder voorgeschreven bij hartfalen. De gunstige effecten komen waarschijnlijk doordat bètablokkers de negatieve effecten tegengaan van de bij hartfalen toegenomen afgifte van noradrenaline. De hartfrequentie daalt en de ejectiefractie van het linkerventrikel stijgt. In principe komen alle patiënten met systolisch hartfalen in aanmerking voor behandeling met een bètablokker. De voorkeur gaat uit naar bisoprolol of metoprolol.
Propranolol en metoprolol zijn ook geregistreerd als profylaxe van migraine. Het werkingsmechanisme is niet precies bekend.
Propranolol wordt ook gebruikt bij examen- en podiumvrees. Deze toepassing berust op vermindering van de symptomen, zoals hartkloppingen, blozen, trillen en zweten.1
3 Hoe worden bètablokkers ingenomen?
Het middel kan worden ingenomen met een half glas water. Tabletten met een verlengde afgifte moeten in hun geheel worden ingenomen zonder kauwen. Bij eenmaal daags gebruik gaat de voorkeur uit naar de ochtend. Bij tweemaal daags naar de ochtend en de avond. Bij een vergeten dosis bij een eenmaal daagse dosering en > 8 uur tot de volgende dosis kan de patiënt de tablet alsnog innemen. Bij een tweemaal daagse dosering geldt alsnog innemen bij > 4 uur tot de volgende dosis.2
4 Wanneer mogen bètablokkers niet worden gebruikt?
Patiënten met astma of COPD mogen geen niet-selectieve bètablokkers gebruiken. Deze middelen kunnen bronchoconstrictie veroorzaken. Overleg met de arts als de patiënt met astma of COPD toch een bètablokker gebruikt. Selectieve bètablokkers in een hoge dosering zijn evenmin geschikt voor deze patiënten, want in een hoge dosis kunnen ook deze middelen bronchoconstrictie veroorzaken. Wees bij patiënten met astma of COPD die selectieve bètablokkers gebruiken alert op toegenomen benauwdheidsklachten.
Bètablokkers mogen niet gebruikt worden bij overgevoeligheid voor deze middelen.
Ook bij bradycardie, tweede- en derdegraads AV-block, ‘sick sinus’-syndroom en bepaalde andere hartritmestoornissen mogen bètablokkers niet worden toegepast.
Bètablokkers kunnen bij het fenomeen van Raynaud de klachten verergeren. Wees hierop alert, en overleg zo nodig met de arts.1,2
Dag van de Medicatieveiligheid
Tijdens de Dag van de Medicatieveiligheid op dinsdag 4 oktober in Ede kun je onder meer workshops volgen over inhalatiemedicatie, dementie en medicatie, epidurale pijnstilling en palliatieve sedatie. Uiteraard is er volop aandacht voor het voorkomen van medicatiefouten. Meer informatie: Nursing.nl/congressen/medicatieveiligheid
5 Welke interacties hebben bètablokkers?
Bètablokkers versterken het effect van niet-selectieve α1a-blokkers die bij mictieklachten worden toegepast, zoals alfuzosine. Dit kan leiden tot acute hypotensie, vooral in het begin van de behandeling. Laat de patiënt de α1a-blokker de eerste 3 dagen ‘s avonds innemen, als hij al in bed zit.
Bètablokkers versterken ook het effect van diltiazem en verapamil, met bradycardie, AV-block en hypotensie als gevolg. De combinatie wordt in bepaalde gevallen juist bewust toegepast. Overleg bij twijfel met de arts.
Bètablokkers verminderen het effect van β-sympathicomimetica. Dit is van belang bij β-sympathicomimetica die bij astma of COPD worden toegepast, zoals salbutamol en salmeterol (zie ook contra-indicaties). Wees alert op toegenomen benauwdheidsklachten en overleg zo nodig met de arts.
Bètablokkers kunnen bij diabetes de verschijnselen van hypoglykemie maskeren en het herstel uit een hypoglykemie vertragen (zie onder punt 6). Verder kan de hypoglykemische werking van orale bloedglucoseverlagende middelen afnemen. Een niet-selectieve bètablokker wordt bij voorkeur vermeden, maar dit is niet altijd mogelijk. Overleg bij twijfel met de arts.
NSAID’s kunnen de werking van bètablokkers verminderen. Dit is alleen van belang als de patiënt de bètablokker tegen hypertensie of hartfalen gebruikt, en de NSAID langer dan 2 weken gebruikt. Bij deze combinatie bij hypertensie geldt: controleer extra vaak de bloeddruk. Is deze hoger dan vóór de start met de NSAID, neem dan contact op met de arts. Bij hartfalen geldt: overleg met de arts als de patiënt meer last krijgt van vermoeidheid, benauwdheid of perifeer oedeem.1,2
6 Welke bijwerkingen hebben bètablokkers?
Vermoeidheid is een veel voorkomende bijwerking. Raadpleeg de arts als de patiënt hier na 2 weken na starten nog veel hinder van ondervindt.
Koude extremiteiten, veroorzaakt door perifere vasoconstrictie, komen vaak voor bij zowel selectieve als niet-selectieve bètablokkers. Hierdoor kan het fenomeen van Raynaud verergeren. Ook kan dit erectiestoornissen veroorzaken. Neem dan contact op met de arts, ook als de patiënt last krijgt van koude extremiteiten en dit meer dan twee weken aanhoudt.
Bij patiënten met astma en COPD kan bronchoconstrictie optreden (zie ook contra-indicaties). Er zijn gevallen gemeld met dodelijke afloop. Bij patiënten zonder astma komt deze bijwerking zelden voor. Neem contact op met de arts als de patiënt vaker of meer benauwd is.
Hypoglykemie kan optreden, vooral na langdurig vasten, na grote lichamelijke inspanning en bij patiënten die hemodialyse ondergaan. Bij patiënten met diabetes mellitus type 1 is het risico op een hypoglykemie niet hoger dan bij gezonde personen. Wel kunnen bètablokkers sommige symptomen van een hypoglykemie, zoals tachycardie en tremor, maskeren. Bovendien vertragen bètablokkers het herstel uit een hypoglykemie. Laat de patiënt vaker zijn bloedglucosewaarde controleren. Raadpleeg de arts als deze waarden aanhoudend lager zijn dan normaal.
Soms kunnen psychische bijwerkingen optreden, zoals slaapstoornissen, levendige dromen of nachtmerries, en hallucinaties. Deze bijwerkingen treden vooral op na langdurig gebruik. Psychische bijwerkingen zijn ook aan het begin van de behandeling of bij dosisverhoging gemeld.
Bètablokkers kunnen overgevoeligheidsreacties veroorzaken, zoals huiduitslag. Ook kunnen zij bestaande psoriasis verergeren. Overleg dan met de arts.
Een anafylactische reactie, bijvoorbeeld op andere medicatie of een voedingsmiddel, kan heviger verlopen en moeilijker te behandelen zijn. Overleg met de arts bij een patiënt die eerder een anafylactische reactie heeft gehad.1,2
Achtergrond
Noten
- KNMP Kennisbank, geraadpleegd juni 2022
- www.apotheek.nl, geraadpleegd juni 2022
- Farmacotherapeutisch Kompas, geraadpleegd juni 2022
- NHG-standaard CVRM, geraadpleegd via www.nhg.org in juni 2022
Voorbeeldvraag bètablokkers
Welk effect hebben bètablokkers op de hartslag en het hartminuutvolume?
A Ze verhogen de hartslag en het hartminuutvolume
B Ze verlagen de hartslag en het hartminuutvolume
C Ze verhogen de hartslag en verlagen het hartminuutvolume
D Ze verlagen de hartslag en verhogen het hartminuutvolume
Toets je kennis
Zoek je verdieping in je vak, doe dan mee aan de Nursing Challenge: online kennistoetsen van Nursing.nl
- Iedere maand verschijnen er op Nursing.nl 2 challenges, oftwel lesstof bestaande uit 1 of meerdere artikelen, gekoppeld aan een online kennistoets.
- Alle toetsen staan online op www.nursing.nl/challenge
Win leuke prijzen!
- Per maand wordt onder alle deelnemers een goodiebag verloot. De winnaars worden elke maand online bekendgemaakt.
- Aan het eind van het jaar winnen de 3 beste deelnemers mooie prijzen
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
De toetsen zijn ook beschikbaar via de Nursing Challenge app.
Je kon dit artikel lezen omdat je een abonnement hebt op Nursing