Digoxine versterkt de contractiekracht van het hart en wordt gebruikt bij hartritmestoornissen en hartfalen. Maak na het lezen van dit artikel de bijbehorende toets en verdien daarmee 1 accreditatiepunt.
In deze Challenge over digoxine leer je:
1 Hoe digoxine wordt opgestart
2 Wanneer digoxine niet mag worden gebruikt
3 wat de plaatsbepaling van digoxine
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig. NIEUW: de toetsen zijn nu ook beschikbaar via de Nursing Challenge app. Scan onderstaande QR-code
Of download de app op je smartphone via deze link
illustratie: Bernet Ragetli
toets: Anna-Marie Mollink
Digoxine (Lanoxin®) wordt gebruikt bij bepaalde supraventriculaire aritmieën zoals atriumfibrilleren; en bij hartfalen, vooral als daarbij ook sprake is van atriumfibrilleren.1 Het versterkt de contractiekracht van het hart, remt de AV-geleiding en verlaagt de hartfrequentie. De preload en afterload van het hart neemt af en het vergrote hart wordt kleiner. Dit is vooral belangrijk bij de behandeling van hartfalen. De vermindering van de impulsgeleidingsfrequentie via de atria en de AV-knoop speelt vooral een rol bij de behandeling van hartritmestoornissen
1 Hoe wordt behandeling met digoxine gestart?
Als een snel effect van digoxine nodig is, bijvoorbeeld bij levensbedreigende ritmestoornissen, wordt gestart met een oplaaddosis. Voor deze zogenaamde digitalisatie bestaan verschillende schema’s. Bijvoorbeeld 0,75 mg tot 1,5 mg digoxine in 1 of 3 doseringen met tussenpozen van 6 uur. Bij een driemaal daagse gift wordt de oplaaddosering als volgt verdeeld: 50%-25%-25%. Dus bijvoorbeeld 0,75 mg – 0,375 mg – 0,375 mg.
Een langzamere manier om de digoxinespiegel op te bouwen is 1 dd 0,25 tot 0,75 mg digoxine gedurende 1 tot 7 dagen. Daarna gaat de patiënt de onderhoudsdosering gebruiken (zie vraag 2).1,2,4 Als digoxine wordt ingezet voor de behandeling van hartfalen zonder atriumfibrilleren is een oplaaddosis niet nodig.1,2,4
Digoxine heeft een smalle therapeutische breedte
Bij hartfalen verminderen de benauwdheid en de vochtophopingen binnen een paar dagen. Bij een ritmestoornis werkt digoxine na 2 uur.6
2 Wat is de onderhoudsdosering van digoxine?
De arts berekent de onderhoudsdosering aan de hand van de hoeveelheid digoxine die dagelijks door het lichaam wordt uitgescheiden. Voor die berekening gebruikt hij de leeftijd, de nierfunctie en het vetvrije lichaamsgewicht of de ‘lean body mass index’.1
In het algemeen bedraagt de onderhoudsdosering 1 dd 0,25 mg. Bij een leeftijd boven de 70 jaar of een lichaamsgewicht onder de 55 kg bedraagt de dosering 1 dd 0,125 mg. Bij patiënten ouder dan 85 jaar bedraagt de dosering 1 dd 0,0625 mg.1,2,3
Bij een vergeten dosering geldt: als de patiënt dit nog dezelfde dag merkt, mag hij digoxine nog innemen. Ontdekt hij het pas de volgende dag, dan moet hij de gemiste dosering overslaan.6
Meer punten verdienen?
Maak ook de andere Nursing Challenge toetsen, je vindt ze via de Challenge-pagina.
3 Wanneer mag digoxine niet worden gebruikt?
Digoxine mag niet worden gebruikt bij overgevoeligheid voor digoxine.
Bepaalde hartritmestoornissen vormen een contra-indicatie voor het gebruik van digoxine. Onder andere een tweedegraads AV-block, ventriculaire tachycardie of ventrikelfibrilleren of een accessoiregeleidingsbaan (die de boezem direct met de kamers verbindt buiten het normale geleidingssysteem om) zoals bij het Wolff-Parkinson-White-syndroom.
Bij hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypoxie en hypercalciëmie is het hart gevoeliger voor de -toxische – effecten van digoxine. De arts zal in deze gevallen terughoudend zijn met voorschrijven en eerst proberen de elektrolytenstoornis te corrigeren. Ook bij een ernstige respiratoire aandoening is de patiënt gevoeliger voor de effecten van digoxine. Wees bij deze patiënten extra alert op bijwerkingen (zie vraag 5).
Bij patiënten met een hypothyreoïdie moet de start- en onderhoudsdosering van digoxine worden verminderd. Bij een hyperthyreoïdie moet de dosering mogelijk worden verhoogd. Vraag bij twijfel na of de arts hier rekening mee heeft gehouden.1,5
4 Met welke geneesmiddelen heeft digoxine een wisselwerking?
De opname van digoxine neemt af bij gelijktijdig gebruik van colestyramine. De patiënt moet digoxine daarom ten minste 4 uur voor colestyramine innemen.
De bloedconcentratie van digoxine neemt af bij gelijktijdig gebruik van rifampicine, sulfasalazine en sint-janskruid. Als de patiënt een van deze middelen moet gebruiken, zal de arts overwegen de dosering van digoxine aan te passen.
Een kenmerkende bijwerking van digoxine is het geelgekleurd waarnemen van voorwerpen
De bloedconcentratie van digoxine stijgt bij gelijktijdig gebruik van onder andere amiodaron, macrolide antibiotica zoals azitromycine en claritromycine, ciclosporine, diltiazem, bepaalde hiv-middelen, itraconazol, ketoconazol en verapamil. De arts kan een ander middel kiezen of de bloedconcentratie van digoxine na minimaal 4 dagen controleren.
Gelijktijdig gebruik van amiodaron kan het remmende prikkelgeleidende effect op de sinusknoop van digoxine versterken. Dit vergroot de kans op bradycardie. De arts zal deze combinatie vermijden. Combinatie met diltiazem en verapamil kan de atrioventriculaire geleiding nog verder vertragen (het vertragende effect van deze middelen telt op bij dat van digoxine). De arts zal deze combinatie meestal vermijden, maar kan hier soms bewust gebruik van maken om bij atriumfibrilleren het hartritme onder controle te krijgen.1
Dag van de Medicatieveiligheid
Op 2 juni 2021 leer je in Ede tijdens De Dag van de MedicatieVeiligheid hoe je veilig en zelfverzekerd werkt met medicatie. Een greep uit het programma: onjuist gebruik van opioïden, hitteplan voor medicatie in snikhete zomers, overlijden door of met medicatie en de wisselwerking tussen voeding en geneesmiddelen.
5 Wat zijn mogelijke bijwerkingen van digoxine?
Digoxine heeft een smalle therapeutische breedte, de bloedconcentratie waarbij het middel effectief is en die waarbij ongewenste effecten optreden liggen dus dicht bij elkaar. Als de patiënt last krijgt van bijwerkingen is er meestal sprake van intoxicatie. Waarschuw daarom altijd de arts bij de belangrijkste verschijnselen van een intoxicatie: hartritmestoornissen, hypotensie, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid.
Na starten met digoxine kunnen patiënten last krijgen van maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Dit gaat meestal na een paar dagen over. Raadpleeg een arts als de klachten langer aanhouden.
Gebruik van digoxine kan leiden tot een huidreactie die lijkt op urticaria of roodvonk. Raadpleeg bij deze verschijnselen een arts. Ook kunnen visusstoornissen optreden. Een kenmerkende bijwerking van digoxine is het geelgekleurd waarnemen van voorwerpen. Overleg bij deze klachten met de arts.
In zeldzame gevallen leidt gebruik van digoxine tot hoofdpijn, depressie, apathie, verwardheid of een verminderde eetlust. Raadpleeg bij deze klachten de arts.1,6
Dit artikel is op feitelijke onjuistheden gecheckt door apotheker Annemieke Horikx van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP).
Nursing maakt gebruik van de informatie van de Kennisbank KNMP. Deze bevat de meest recente medicatie-informatie. Mogelijk komt deze niet overeen met het advies van het Farmacotherapeutisch Kompas (FK). Het FK neemt echter vooral bijsluiterteksten over, en die worden niet meteen aangepast.
Bronnen
1 KNMP Kennisbank, geraadpleegd februari 2021
2 NHG-standaard Atriumfibrilleren, geraadpleegd februari 2021
3 NHG-standaard Hartfalen, geraadpleegd februari 2021
4 www.bcfi.be, geraadpleegd februari 2021
5 www.geneesmiddeleninformatiebank.nl, geraadpleegd februari 2021
6 www.apotheek.nl, geraadpleegd februari 2021
Plaatsbepaling van digoxine
Bij atriumfibrilleren mét hartfalen is digoxine het middel eerste keuze.
Bij atriumfibrilleren zonder hartfalen is een ß-blokker zoals metoprolol eerste keuze voor het verlagen van de ventrikelfrequentie. Tweede keuze is een calciumantagonist zoals verapamil of diltiazem. Als het atriumfibrilleren hiermee onvoldoende onder controle komt, kan de arts overwegen om digoxine toe te voegen.
Bij hartfalen is de combinatie van een ACE-remmer zoals enalapril en een diureticum zoals hydrochloorthiazide of furosemide eerste keuze. Is de patiënt klinisch stabiel, dan wordt daaraan een ß-blokker toegevoegd. Digoxine is een optie wanneer ondanks een ß-blokker de ventrikelfrequentie in rust boven de 80/min of bij inspanning boven de 110-120/min blijft. Ook als een patiënt ondanks maximale behandeling met andere middelen toch klachten van hartfalen blijft houden, kan de arts overwegen om digoxine toe te voegen.2,3
Overdosering van digoxine
Digoxine heeft een smalle therapeutische breedte; de veilige en effectieve dosering ligt dichtbij de toxische dosering. Een overdosering kan leiden tot levensgevaarlijke hartritmestoornissen.
Als de arts overdosering vermoedt, bijvoorbeeld omdat er sprake is van misselijkheid en braken, verwardheid, geheugenverlies of bepaalde ritmestoornissen, zal hij de patiënt vaak laten opnemen in het ziekenhuis. Daar kan het hartritme worden gecontroleerd en een afwijkende kaliumspiegel worden behandeld. Bij een ernstige intoxicatie kunnen digoxine-antilichamen worden gegeven.
Toets je kennis
Zoek je verdieping in je vak, doe dan mee aan de Nursing Challenge: online kennistoetsen over 2 vakinhoudelijke artikelen
-
Iedere maand verschijnen in Nursing magazine en op Nursing.nl 2 artikelen waaraan een kennistoets is verbonden.
-
Het artikel over een verpleegkundig onderwerp is goed voor 2 accreditatiepunten, het medicijnartikel voor 1 punt. Per jaar kun je dus 33 accreditatiepunten halen (Nursing verschijnt 11 keer per jaar)
-
Alle toetsen staan online op www.nursing.nl/challenge
Win leuke prijzen!
-
Per maand wordt onder alle deelnemers een goodiebag verloot. De winnaars worden elke maand online bekendgemaakt.
-
Aan het eind van het jaar winnen de 3 beste deelnemers mooie prijzen
Voorbeeldvraag digoxine
Behandeling van hartfalen met digoxine heeft effect op de belasting van het hart tijdens de diastolische en systolische fase. Daardoor neemt de preload … en de afterload …
A af, af
B af, toe
C toe,toe
D toe, af
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
NIEUW: de toetsen zijn nu ook beschikbaar via de Nursing Challenge app. Scan onderstaande QR-code