Gliclazide wordt gebruikt bij diabetes mellitus type 2. Het stimuleert de afgifte van insuline en verlaagt de bloedglucose. De toets bij dit artikel levert 1 accreditatiepunt op.
In deze Challenge over gliclazide leer je:
1 wat de juiste dosering van gliclazide is
2 hoe de tabletten gliclazide moeten worden gebruikt
3 wat de belangrijkste bijwerkingen van gliclazide zijn
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
NIEUW: de toetsen zijn nu ook beschikbaar via de Nursing Challenge app. Scan onderstaande QR-code
Of download de app op je smartphone via deze link
illustratie: Bernet Ragetli
toets: Anna-Marie Mollink
Gliclazide (Diamicron®, gliclazide, in België ook Uni Diamicron® en Uni Gliclazide®) is een bloedglucoseverlagend middel uit de groep sulfonylureumderivaten. Andere sulfonylureumderivaten zijn onder andere glimepiride, glibenclamide, glipizide en tolbutamide. Gliclazide wordt gebruikt bij diabetes mellitus type 2. Het stimuleert de afgifte van insuline door de β-cellen in de alvleesklier.1
1 Wat is het verschil tussen de diverse tabletten gliclazide?
Gliclazide is beschikbaar in tabletten van 30 mg, 60 mg en 80 mg. De tabletten van 30 mg en 60 mg zijn langwerkend en worden in één keer ingenomen tijdens het ontbijt. De tabletten van 80 mg zijn middellangwerkend en worden verdeeld over de dag ingenomen.1
De tabletten van 80 mg geven minder werkzame stof af en zijn vergelijkbaar effectief als een tablet van 30 mg. Toch zijn de tabletten niet uitwisselbaar. Omdat het afgifteprofiel verschilt bestaat bij wisselen de kans op hypoglykemieën. De verschillende sterktes moeten ook niet worden gecombineerd.
Bij een groter risico op een hypoglykemie gaat de voorkeur uit naar tabletten van 80 mg. De tabletten van 30 mg en 60 mg zijn een goede keuze voor patiënten die het liefst een eenmaal daagse dosering willen gebruiken.1,3,4
2 Wat is de juiste dosering van gliclazide?
De startdosering van de tabletten van 30 mg en 60 mg is 1 dd, zo nodig verhogen met stappen van 30 mg tot maximaal 120 mg per dag. De tabletten van 30 en 60 mg worden altijd in één dosis bij het ontbijt ingenomen. De werking houdt dan ongeveer 24 uur aan.1,3
Inname van de tabletten met 80 mg gliclazide gebeurt 1, 2 of 3 dd. De arts zal meestal starten met 1 dd 80 mg en de dagelijkse dosering geleidelijk verhogen tot maximaal 240 mg (Nederland) of 320 mg (België). Een eenmaal daagse dosering wordt ingenomen bij het ontbijt, een tweemaal daagse dosering bij het ontbijt en de avondmaaltijd, een driemaal daagse dosering bij ontbijt, lunch en avondmaaltijd.1,3
Meer punten verdienen?
Maak ook de andere Nursing Challenge toetsen, je vindt ze via de Challenge-pagina.
3 Hoe moet de patiënt gliclazide gebruiken?
De patiënt moet de tabletten altijd op hetzelfde tijdstip innemen, kort voor of tijdens een maaltijd met wat koolhydraten.4 De patiënt moet de tabletten heel doorslikken met een beetje water. De tabletten mogen niet worden fijngemaakt. Tabletten met een breukstreep mogen wel worden gedeeld. Als de patiënt geen tabletten kan slikken zal de arts een ander bloedglucoseverlagend middel voorschrijven.1,4
Bij een vergeten dosering gelden de volgende regels:
- Bij eenmaal daagse dosering: vergeten tablet innemen bij de eerstvolgende maaltijd, of overslaan bij ontdekking na de avondmaaltijd.
- Bij tweemaal daagse dosering:
- Ochtendtablet vergeten: tablet bij de lunch innemen, of overslaan bij ontdekking na de lunch.
- Avondtablet vergeten: tablet overslaan.
- Bij driemaal daagse dosering: vergeten tablet overslaan
Laat de patiënt nooit een tablet vlak voor het slapen innemen vanwege de kans op een hypoglykemie.1,2,4
4 Wanneer mag gliclazide niet worden gebruikt?
Gliclazide mag niet worden gebruikt bij overgevoeligheid voor het middel. Ook niet bij een ernstige leverfunctiestoornis, omdat het middel dan minder goed wordt afgebroken. Gliclazide is gecontra-indiceerd bij diabetes mellitus type 1, het is dan niet voldoende effectief.1
Laat de patiënt nooit gliclazide innemen vlak voor het slapen gaan, vanwege de kans op een hypoglykemie
Een ziekenhuisopname kan het leefritme veranderen. Bijvoorbeeld omdat de patiënt nuchter moet blijven, moet laxeren of onder narcose gaat. Dan moet de glucoseregulatie worden aangepast. Bij een kleine ingreep moet de patiënt die dag meestal de dosering gliclazide halveren of overslaan. Bij grote ingrepen onder narcose zal de anesthesist meestal de glucoseregulatie overnemen.1
Ook bij koorts, braken of diarree kan het zijn dat de dosering gliclazide (naar boven of beneden) moet worden bijgesteld. Soms is behandeling met insuline nodig. Zorg er in ieder geval voor dat de patiënt extra vocht binnenkrijgt, en wees extra alert op verschijnselen van een hypo- of hyperglykemie.4
5 Met welke geneesmiddelen heeft gliclazide een wisselwerking?
Bloeddrukverlagers uit de groep β-blokkers, bijvoorbeeld metoprolol, atenolol en sotalol, kunnen het herstel van een hypoglykemie vertragen. Dat komt doordat β-blokkers de afgifte van insuline door de alvleesklier afremmen. β-blokkers kunnen bovendien sommige symptomen van een hypoglykemie maskeren, bijvoorbeeld hartkloppingen, tachycardie en trillen. Vooral niet-selectieve β-blokkers hebben dit effect en worden liever niet samen met gliclazide gebruikt. Dit is niet altijd mogelijk. Wees dan extra alert op andere symptomen van een hypoglykemie, zoals een hongergevoel, wazig zien en zweten.
Lopinavir en ritonavir remmen de afbraak van gliclazide. Het middel kan daardoor sterker werken en de kans op een hypoglykemie is groter. Let ook bij deze combinatie goed op symptomen van een hypoglykemie.1
De kans op een hypoglykemie is groter als gliclazide wordt gecombineerd met andere middelen die de hoeveelheid insuline in het bloed vergroten, bijvoorbeeld insuline en sitagliptine. Dit geldt niet voor metformine. Metformine bevordert niet de afgifte van insuline, maar remt de vorming van glucose in de lever en verhoogt de opname van glucose in de spieren.1
Het Diabeteszorg Congres
Tijdens het Diabeteszorg Congres (11 december, Ede) bespreken we de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied. Verder kun je workshops volgen over diabetes bij kwetsbare ouderen, therapietrouw, voeding en de diabetische voet. Meer informatie: nursing.nl/diabeteszorgcongres
6 Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van gliclazide?
Het Diabeteszorg Congres
Tijdens het Diabeteszorg Congres (11 december, Ede) bespreken we de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied. Verder kun je workshops volgen over diabetes bij kwetsbare ouderen, therapietrouw, voeding en de diabetische voet. Meer informatie: nursing.nl/diabeteszorgcongres
Een belangrijke bijwerking van de meeste bloedglucoseverlagende middelen is hypoglykemie. Ongeveer 8% van de mensen met diabetes mellitus 2 krijgt jaarlijks een hypoglykemie. Dat gebeurt het meest frequent bij behandeling met insuline, maar ook bij sulfonylureumderivaten zoals gliclazide.1 De kans op een hypoglykemie is groter bij een onregelmatig eetpatroon en na fysieke inspanning. De patiënt moet altijd druivensuiker of suikerhoudende frisdrank bij de hand hebben.2
Wazig zien komt vaak voor tijdens gebruik van gliclazide, vooral in het begin van de behandeling. Ook het gezichtsvermogen kan veranderen. Dat komt doordat de ogen aan de veranderde bloedglucosespiegel moeten wennen. Het aanmeten van een bril kan beter een aantal weken worden uitgesteld.2
Gliclazide zorgt voor een toename van het lichaamsgewicht van ongeveer 2 kg. Komt de patiënt meer aan, overleg dan met de arts of diëtist.1,2
Andere bijwerkingen van gliclazide zijn gastro-intestinale klachten zoals buikpijn, misselijkheid, diarree of obstipatie. Dit gaat meestal na een paar dagen over. Neem contact op met de arts als de klachten langer aanhouden.1,2
Gebruik van gliclazide kan leiden tot bloedbeeldafwijkingen, zoals anemie, leukopenie en trombopenie. Dit is te merken aan koorts, blauwe plekken of blaasjes in de mond. Raadpleeg bij deze klachten een arts.
Patiënten kunnen overgevoelig zijn voor gliclazide. Dit uit zich als huiduitslag, jeuk en soms benauwdheid. Staak het gebruik van gliclazide en raadpleeg een arts. Soms gaat het om een ernstige huidreactie met blaren. De blaren kunnen ook ontstaan op de slijmvliezen van bijvoorbeeld mond en geslachtsdelen. Soms is ook sprake van koorts. Waarschuw dan direct een arts. De patiënt mag gliclazide niet meer gebruiken. Geef aan de apotheek door dat de patiënt overgevoelig is voor gliclazide.1,2
7 Moet de patiënt de bloedglucosespiegel controleren bij gebruik van gliclazide?
De arts of praktijkondersteuner zal de bloedglucosespiegel elke 3-6 maanden controleren. Zelfcontrole is alleen nodig als iemand veel klachten heeft die wijzen op een lage bloedsuikerspiegel.
Dit artikel is op feitelijke onjuistheden gecheckt door apotheker Silas Rydant van de Koninklijke Apothekersvereniging van Antwerpen, en apotheker Annemieke Horikx van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP).
Nursing maakt gebruik van de informatie van de Kennisbank KNMP. Deze bevat de meest recente medicatie-informatie. Mogelijk komt deze niet overeen met het advies van het Farmacotherapeutisch Kompas (FK). Het FK neemt echter vooral bijsluiterteksten over, en die worden niet meteen aangepast.
Noten
- KNMP Kennisbank, geraadpleegd juni 2020
- apotheek.nl, geraadpleegd juni 2020
- NHG-standaard Diabetes mellitus type 2 via www.nhg.org, geraadpleegd juni 2020
- thuisarts.nl, geraadpleegd juni 2020
Plaatsbepaling
Gliclazide is bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 middel van tweede keuze. Metformine is het middel van eerste keus. Van metformine is aangetoond dat het de sterfte aan macrovasculaire en diabetesgerelateerde morbiditeit vermindert. Metformine geeft bovendien geen risico op hypoglykemie en verhoogt het lichaamsgewicht niet.
Bij onvoldoende resultaat van metformine of als de patiënt het niet verdraagt, wordt een sulfonylureumderivaat toegevoegd. Gliclazide heeft dan de voorkeur, omdat het eenmaal daags gedoseerd kan worden en bij een verminderde nierfunctiestoornis geen aanpassing van de dosering nodig is.
Bij onvoldoende effect van gliclazide en metformine zal de arts een middellang werkend insuline toevoegen. Soms kiest hij in plaats van insuline voor een van de nieuwere bloedsuikerverlagende middelen, zoals sitagliptine of liraglutide.
Toets je kennis
Zoek je verdieping in je vak, doe dan mee aan de Nursing Challenge: online kennistoetsen over twee vakinhoudelijke artikelen
Hoe het werkt
-
Iedere maand verschijnen in Nursing magazine en op Nursing.nl twee artikelen waaraan een kennistoets is verbonden: een artikel over een verpleegkundig onderwerp en een medicijnartikel
-
Met de eerste toets verdien je 2 accreditatiepunten en met de tweede 1. Per jaar kun je dus 33 accreditatiepunten verdienen (Nursing verschijnt 11 keer per jaar)
-
Alle toetsen staan online op www.nursing.nl/challenge
Win leuke prijzen!
-
Per maand wordt onder alle deelnemers een goodiebag verloot
-
Aan het eind van het jaar winnen de drie beste deelnemers mooie prijzen
-
De winnaars worden elke maand online bekendgemaakt
Voorbeeldvraag gliclazide
Wat zijn bijwerkingen van gliclazide?
A Wazig zien
B Hyperglykemie
C Hypoglykemie
D Gewichtstoename
E Gewichtsverlies
F Smaakstoornissen
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig. NIEUW: de toetsen zijn nu ook beschikbaar via de Nursing Challenge app. Scan onderstaande QR-code
Of download de app op je smartphone via deze link