Leefstijl: Cliënt niet in beweging te krijgen? Met deze tips lukt het wél

‘Daar heb ik geen zin in’, is vaak de reactie als je een cliënt voorstelt om meer te bewegen. Bewegingsagogen Joël Kruisselbrink en Azmi Alubeid* geven tips om cliënten op een speelse manier en binnen hun mogelijkheden aan het bewegen te krijgen.

Kruisselbink: ‘Mensen gaan niet bewegen omdat het moet. Maar wel als het leuk, persoonlijk of onverwacht is.’ Hoe krijg je ze enthousiast? 

Net als WiFi

‘De eerste stap is het vormen van connectie’, legt Alubeid uit. ‘Als je een leuke band hebt met je cliënt gaat het haast vanzelf.’  

Hij vergelijkt het met verbinden via WiFi: sommige cliënten hebben gratis WiFi en doen meteen mee zodra je iets voorstelt. Anderen hebben een ingewikkeld wachtwoord, en dan kost het wat meer tijd en geduld om een verbinding tot stand te brengen. 

Angst en schaamte 

‘Wat we vaak onbedoeld doen, is angst of schaamte aanwakkeren.’ 

Een voorbeeld daarvan is zeggen: ‘Ik zie dat u moeilijk loopt. Als u daar niet aan werkt, dan valt u straks, en dan zijn we nog verder van huis.’ 

Deze aanpak kan 2 kanten opgaan: of de cliënt durft nog minder, of de motivatie werkt even, maar verdwijnt snel. ‘Motivatie op basis van angst en schaamte houdt niet lang stand,’ benadrukt Alubeid. ‘Echte motivatie komt vanuit een positief gevoel van kunnen en willen.’ 

Personaliseer

Een oud-fotograaf kun je uitnodigen om door de kamer of buurt te wandelen, op zoek naar de beste hoek en compositie voor een foto. In de wijk kan het waardevol zijn om de buren erbij te betrekken.

Misschien is je cliënt een enorme dierenvriend en kun je afspreken dat hij op een vaste dag meegaat met de hond uitlaten of vanuit zijn stoel met hun kat speelt. Of nodig (klein)kinderen uit om langs te komen en samen met de cliënt een spelletje te spelen of een andere activiteit te ondernemen. 

Ja-flow

Kruisselbrink en Alubeid kennen ook een aantal trucjes om cliënten sneller ‘ja’ te laten zeggen op een uitnodiging om te bewegen. ‘Doe bijvoorbeeld eerst iets kleins voor de cliënt, zoals de bril schoonmaken.

Vraag dan met een lach: “Maakt u dan ook mijn bril schoon?” Die kleine, speelse interactie kan helpen om het ijs te breken.’

Een andere aanpak is om eerst een paar eenvoudige vragen te stellen waarop de cliënt waarschijnlijk ‘ja’ zal antwoorden, zoals iets over het weer. ‘Als je al 3 of 4 keer een ‘ja’ hebt gekregen, creëer je een positieve flow waarin de cliënt sneller instemt,’ legt Alubeid uit. 

Neem de tijd 

Je kunt ook zelf al beginnen met bewegen, zodat de cliënt je gaat spiegelen. Bijvoorbeeld door een wasmand in het midden van de kamer te zetten en daar een kledingstuk in te gooien. Geef de cliënt ook een kledingstuk en kijk of die je voorbeeld volgt. 

Mocht de cliënt niet mee willen doen, probeer hem dan niet te overtuigen. Alubeid: ‘Je legt dan van alles uit waar de cliënt geen behoefte aan heeft, en die trekt zich terug. Hou het leuk en probeer het de volgende keer opnieuw.’

* Joël Kruisselbrink is bewegingsagoog en eigenaar van Bewegen is Leven. Hij motiveert vooral oudere cliënten op een leuke en speelse manier om te bewegen. Azmi Alubeid is bewegingsagoog en vitaliteitscoach en geeft onder meer training en coaching in weerbaarheid aan mensen werkzaam in de zorg. Hij is eigenaar van Alles Frits.