Mensen die terugkomen van een operatie krijgen vaak het antistollingsmiddel nadroparine (Fraxiparine®) om de kans op trombose te verkleinen. Maak de toets en verdien een accreditatiepunt.
Dit artikel is verschenen in Nursing-magazine mei 2018
In deze Challenge over nadroparine (‘fraxiparine’) leer je
1 wat het verschil is tussen Fraxiparine® en Fraxodi®
2 wat de dosering is van beide middelen
3 wat de belangrijkste bijwerkingen zijn
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
illustratie: Bernet Ragetli
toets: Anna-Marie Mollink
Nadroparine (Fraxodi®, Fraxiparine®, voor subcutane toediening) is een laagmoleculair gewicht heparine (LMWH), ook wel anticoagulans of antistollingsmiddel genoemd. Heparines verminderen de stolling van het bloed doordat ze zich binden aan antitrombine. Hierdoor wordt minder fibrinogeen omgezet in fibrine.1,2
1 Waar wordt nadroparine voor gebruikt?
Zowel Fraxodi als Fraxiparine is geregistreerd voor de behandeling van trombo-embolische aandoeningen. Fraxiparine wordt ook toegepast om trombo-embolische aandoeningen te voorkomen. Bijvoorbeeld na een operatie of tijdens hemodialyse. Fraxiparine wordt, in combinatie met acetylsalicylzuur, ook ingezet bij een acuut coronair syndroom.2
2 Wat is de dosering?
Bij de behandeling van VTE berekent de arts de dosis nadroparine op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt:
-
Fraxiparine: curatief 2dd 86 IE per kg lichaamsgewicht gedurende 10 dagen, profylactisch 1dd.
-
Fraxodi: 1dd 171 IE per kg lichaamsgewicht gedurende 10 dagen.1
Bij ouderen moet voor de eerste injectie de nierfunctie worden bepaald. De dosering van nadroparine is lager bij een verminderde nierfunctie.
3 Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van nadroparine?
De belangrijkste bijwerkingen zijn bloedingen. Meer dan 10% van de gebruikers krijgt bijvoorbeeld blauwe plekken op de plaats van injectie of na (licht) stoten.2,3 Raad patiënten af om op dezelfde plaats te spuiten. Neem bij een ernstige bloeding contact op met de arts. Direct na de start of na enkele dagen kan hoofdpijn voorkomen. Houdt deze aan, overleg dan met de arts.
Overgevoeligheid voor nadroparine (lage incidentie) kan zich uiten in huiduitslag, en bij ernstige overgevoeligheid in een gezwollen gezicht, lippen, tong of keel. Waarschuw dan direct de arts. Heparine-geïnduceerde trombopenie (HIT) is een zeldzame, ernstige bijwerking, optredend binnen 5-15 dagen na de start. Een nieuwe trombose is vaak het eerste symptoom.1
4 Wanneer kan het beter niet worden gebruikt?
Contra-indicaties voor nadroparine zijn een actieve ernstige bloeding, of ernstige leverfunctiestoornis. Bij een maag- of darmzweer in de voorgeschiedenis is de kans op een bloeding groter. Wees daarom alert op bloedverlies vanuit het maagdarmkanaal. Acetylsalicylzuur, acenocoumarol en fenprocoumon kunnen het effect van nadroparine op de bloedstolling versterken. De combinatie mag alleen worden gebruikt als de arts de middelen bewust samen heeft voorgeschreven. Vraag dit eventueel na.
NSAID’s verhogen de kans op bloedingen in het maagdarmkanaal. Geef daarom in overleg met arts of apotheker zo mogelijk liever paracetamol als pijnstiller. Patiënten die overgevoelig zijn voor nadroparine mogen het middel uiteraard niet gebruiken. 1,2
5 Wat als een dosis niet is toegediend?
Het is belangrijk de injecties telkens op een vast tijdstip te geven. Een gemiste dosis kun je bij eenmaal daagse toediening binnen vier uur na het vaste tijdstip alsnog toedienen. Bij tweemaal daagse toediening binnen twee uur. De volgende injectie geef je op het vaste tijdstip. Ontdek je later dat de patiënt een injectie heeft gemist, of wil je het tijdstip van de toediening verschuiven, vraag dan de arts of apotheek om advies.
6 Wanneer staak je de injecties?
Een operatiepatiënt moet soms tijdelijk nadroparinegebruik staken, afhankelijk van het bloedingsrisico van de ingreep. Na de operatie wordt het meteen weer gestart. Bij mobilisatie kan de patiënt stoppen met de injecties, mits er geen onderliggend lijden is. Overleg met de arts indien deze toch nadroparine voorschrijft voor een mobiele patiënt zonder comorbiditeit. Tijdens behandeling met nadroparine moet het aantal trombocyten worden gecontroleerd vanwege het risico op HIT (heparinegeïnduceerde trombopenie).2
7 Hoe dien je nadroparine toe?
Was je handen, huiddesinfectie is niet nodig. Verwijder de luchtbel in de kant-en-klare spuit niet. Deze zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd. Geef de injectie subcutaan naast of onder de navel, op minimaal drie vingers afstand van de navel en lichaamszijden, of in het bovenbeen. Vermijd de omgeving van een eventuele wond of een litteken.2,3 Wrijf niet over de huid, dit kan blauwe plekken veroorzaken of verergeren. De meeste patiënten kunnen nadroparine na instructie zelf toedienen.6
Meer punten verdienen?
Maak ook de andere Nursing Challenge toetsen, bijvoorbeeld over omeprazol of haloperidol.
8 Mag het middel in de terminale fase worden gestaakt?
Op de dag van overlijden krijgt een kwart van de stervende patiënten nog preventieve medicatie. Dit blijkt uit onderzoek onder patiënten met een verwacht overlijden, bijvoorbeeld vanwege kanker, terminaal hartfalen, cva of copd.5 Meestal gaat het om anticoagulantia. Dit zijn de meest voorgeschreven preventieve middelen in de laatste levensweek: ruim een derde van de terminale patiënten gebruikt zo’n middel.
Hoewel over de zinloosheid van andere preventieve medicatie in de terminale fase (zoals statines, vitaminen, en calciumsupplementen) wel consensus is, is dat voor anticoagulantia niet het geval. In het hospice wordt medicatie veel vaker gestaakt dan thuis of in het ziekenhuis.5
Antistollingsmedicatie niet altijd effectief
Het geven van antistollingsmiddelen helpt niet om trombose te voorkomen bij patiënten die hun onderbeen in het gips hebben of een kijkoperatie van de knie hebben ondergaan. Dat blijkt uit een onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en negen andere Nederlandse ziekenhuizen.7
De onderzoekers raden daarom af om deze patiënten routinematig preventieve antistolling voor te schrijven. Alleen bij patiënten met een hoog risico op trombose kunnen artsen dit toch overwegen. De volgende stap is het aanpassen van de richtlijnen, zegt LUMC-professor en onderzoeksleider Suzanne Cannegieter. Dit zal nog enkele jaren duren.
Dit artikel is op feitelijke onjuistheden gecheckt door apothekers Anneleen Robberechts en Joke Opsomer van de Koninklijke Apothekersvereniging van Antwerpen, en apotheker Annemieke Horikx van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie.
Geraadpleegde literatuur (maart 2018)
- KNMP Kennisbank
- www.farmacotherapeutischkompas.nl
- www.apotheek.nl
- NHG standaard Diep veneuze trombose en longembolie
- Kwart van stervenden krijgt nog preventieve medicatie, www.ntvg.nl 27-2-2018
- www.erasmusmc.nl/cs-patienten-zorg/2419534/2419537/214086/623405/0000049-10_10iPrikinstructie
- Van Adrichem R, Nemeth B, Algra A. Thromboprophylaxis after Knee Arthroscopy and Lower-Leg Casting. N Engl J Med 2017; 376:515-525 DOI: 10.1056/nejmoa1613303.View ArticlePubMed
Toets je kennis
Doe mee aan de Nursing Challenge: online kennistoetsen over twee vakinhoudelijke artikelen.
- Iedere maand verschijnen in Nursing magazine twee artikelen, waaraan een online kennistoets is verbonden
- Het gaat om een artikel over een verpleegkundig onderwerp en een medicijnartikel
- Toetsen (en artikelen) staan online op www.nursing.nl/challenge, en zijn alleen beschikbaar voor abonnees
- Per toets verdien je één of twee accreditatiepunten
- Per jaar kun je 33 accreditatiepunten verdienen (Nursing verschijnt 11 keer per jaar)
Win leuke prijzen!
- Per maand wordt onder alle deelnemers een goodiebag verloot
- Aan het eind van het jaar winnen de vijf beste deelnemers mooie prijzen
- De winnaars worden elke maand online bekendgemaakt
Voorbeeldvraag Nadroparine
Mevrouw Wientjes is vandaag opgenomen met een longembolie. Mevrouw weegt 62 kilogram en moet gedurende 10 dagen Fraxodi® gaan krijgen. De nierfunctie van mevrouw is normaal. Wat is de juiste dosering?
A. 1 x daags 2.800 IE
B. 1 x daags 5.332 IE
C. 2 x daags 5.332 IE
D. 1 x daags 10.602 IE
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.