Verapamil (Isoptin®, Isoptine®) is een calciumantagonist en een vaatverwijder, met als doel om de bloeddruk te verlagen. Lees over interacties en bijwerkingen. De toets bij dit artikel levert 1 accreditatiepunt op voor het Kwaliteitsregister V&V.
In deze Challenge over verapamil leer je:
1 wanneer verapamil wordt toegepast
2 wat de belangrijkste interacties zijn met andere medicijnen
3 wanneer verapamil niet mag worden gebruikt
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
tekst artikel: Linda de Graaf
illustratie: Bernet Ragetli
toets: Anna-Marie Mollink
Verapamil is een klasse IV antiaritmicum. Het zorgt voor vasodilatatie (vaatverwijding), maar heeft ook 3 effecten:
- Een negatief-inotroop effect, waarbij de contractiekracht van het hart vermindert.
- Een negatief-chronotroop effect, wat afname van de sinusfrequentie betekent.
- Een negatief-dromotroop effect: verlenging van de refractaire periode van de AV-knoop. Door deze effecten neemt de zuurstofbehoefte van het hart af.1
1 Waarbij wordt verapamil gebruikt?
Verapamil wordt gebruikt bij angina pectoris, hypertensie, profylaxe van een secundair myocardinfarct bij patiënten die niet in aanmerking komen voor een β-blokker, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, profylaxe en behandeling van paroxismale supraventriculaire tachycardie, atriumfibrilleren en atriumflutter met verhoogde ventrikelfrequentie. Het wordt ook gebruikt, maar is niet geregistreerd, voor de profylaxe van clusterhoofdpijn en myoklone epilepsie bij kinderen.1
2 Wat is de dosering van verapamil?
Verapamil is verkrijgbaar in tabletten met directe afgifte en tabletten met gereguleerde afgifte. De tabletten met gereguleerde afgifte mogen niet worden fijngekauwd of gemalen.
Bij hypertensie is de dosering aanvankelijk 3-4 dd 80 mg bij het gebruik van tabletten met directe afgifte en 1 dd 120 mg bij gebruik van tabletten met gereguleerde afgifte.1
Bij angina pectoris, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie en paroxismale supraventriculaire tachycardie (PSVT) bedraagt de aanvangsdosering 3-4 dd 80 mg en de onderhoudsdosering 320-480 mg per dag bij gebruik van tabletten met directe afgifte, verdeeld over meerdere giften.1
Bij atriumfibrilleren en atriumflutter is de startdosering 3-4 dd 80 mg en de onderhoudsdosering 320 – 480 mg per dag. Internationale richtlijnen noemen een dosering van 3 dd 40-120 mg. Bij gebruik van tabletten met vertraagde afgifte bedraagt de dosering 1 dd 120-360 mg.1,3
Bij de profylaxe van secundair myocardinfarct wordt 2 dd 180 mg van een preparaat met vertraagde afgifte gegeven vanaf de tweede week na het myocardinfarct.1
Bij een eenmaal daagse dosering maakt het innametijdstip van verapamil niet uit. Voor de therapietrouw is ’s ochtends innemen het best. Bij frequentere toediening moet de dosering gelijkmatig worden verspreid over de dag.1,2
3 Wat zijn de interacties?
De concentratie van verapamil in het bloed daalt bij gelijktijdig gebruik van fenobarbital, fenytoïne, sint-janskruid en rifampicine. Vraag bij de arts na of het echt de bedoeling is dat de patiënt deze combinatie gebruikt. De arts kan een alternatief voorschrijven.1,2
De concentratie van verapamil stijgt onder andere door gelijktijdig gebruik van cimetidine, middelen voor chronische hepatitis C, HIV-middelen en itraconazol en ketoconazol. Dit kan leiden tot daling van de hartfrequentie en bloeddruk en een AV-block. De arts zal extra controles uitvoeren als de patiënt deze combinatie toch moet gebruiken.1,2
Verapamil kan de concentratie van claritromycine, erytromycine en saquinavir doen stijgen. Ditzelfde geldt voor alprazolam, atorvastatine, colchicine, dabigatran, edoxaban, bepaalde immunosuppressiva, ivabradine, midazolam, sirolimus, simvastatine en theofylline.1 Als de patiënt deze combinatie moet gebruiken, wees dan extra alert op bijwerkingen. Soms zal de arts de dosering aanpassen of een ander middel kiezen.2,4
Dag van de medicatieveiligheid
Wegens grote belangstelling organiseert Nursing dit jaar weer een Dag van de Medicatieveiligheid. Op 1 oktober praten we je in De Reehorst in Ede bij over de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied en kun je workshops volgen over onder andere verpleegkundig rekenen, palliatieve sedatie, bijwerkingen en dosering in de palliatieve fase. Meer informatie: nursing.nl/congressen/medicatie
Als verapamil tegelijk met een β-blokker wordt gebruikt, kan dit de remmende werking op de atrioventriculaire geleiding en het antihypertensieve effect versterken. Dit kan leiden tot bradycardie, AV-block en hypotensie. De combinatie wordt soms juist wel vanwege dit effect gebruikt. De patiënt wordt dan op de polikliniek ingesteld op deze medicatie. Gedurende de behandeling moet regelmatig de hartfunctie worden gecontroleerd.1,2
Toevoegen van een niet-selectie α1A-blokker, zoals alfuzosine, doxazosine en terazosine, aan verapamil kan tot acute hypotensie leiden. Laat de patiënt de α1A-blokker de eerste keer ’s avonds innemen, op de rand van het bed.1,2
Verapamil kan ook de digoxineconcentratie doen stijgen. Verapamil en digoxine versterken bovendien elkaars werking op de atrioventriculaire geleiding. De combinatie wordt vaak bewust voorgeschreven bij atriumfibrilleren. Wees dan wel alert op symptomen van digoxine-intoxicatie, zoals bradycardie, (supra)ventriculaire extrasystolen of tachycardie, hypotensie en misselijkheid en braken.1,4
Meer punten verdienen?
Maak ook de andere Nursing Challenge toetsen, je vindt ze via de Challenge-pagina.
De combinatie van verapamil met dabigatran wordt bij voorkeur vermeden. Het bloedingsrisico door dabigatran kan toenemen doordat verapamil de afbraak van dabigatran remt. Hetzelfde geldt voor edoxaban.2 Bij gelijktijdig gebruik van lithium moet regelmatig de lithiumspiegel worden gecontroleerd.4
Grapefruitsap kan de bloedconcentratie van verapamil verhogen
Het is beter geen grapefruitsap te drinken tijdens het gebruik van verapamil. Grapefruitsap kan de bloedconcentratie van verapamil verhogen. Verapamil kan de werking van alcohol versterken, het is daarom raadzaam geen of weinig alcohol te gebruiken.2,4
4 Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen?
Obstipatie komt regelmatig voor tijdens gebruik van verapamil, vooral aan het begin van de behandeling. Raadpleeg de arts als de obstipatie aanhoudt.2
Bij 1 – 10% van de gebruikers komt (sinus)bradycardie voor, een eerstegraads AV-block, hypotensie, blozen, duizeligheid, misselijkheid en perifeer oedeem. Hoofdpijn, duizeligheid en blozen gaan vaak binnen enkele weken over. Waarschuw de arts als perifeer oedeem optreedt, dit kan komen door een vertraagde hartslag. De verlaging van de bloeddruk kan leiden tot duizeligheid en zo de rijvaardigheid beïnvloeden. Het advies is daarom om de eerste dagen niet deel te nemen aan het verkeer.1,2
Verder kunnen overgevoeligheidsreacties voor verapamil voorkomen. Deze kunnen zich uiten als huiduitslag, urticaria en jeuk, maar ook als angio-oedeem, erythema multiforme en ernstige huidreacties. Waarschuw direct een arts bij het ontstaan van blaren op de huid of een vuurrode huid.1,2
5 Wanneer mag verapamil niet worden gebruikt?
Verapamil mag niet worden gebruikt bij overgevoeligheid voor het middel, bij cardiogene shock, ernstige hypotensie en ernstige levercirrose. Verapamil mag ook niet worden gebruikt bij een gecompliceerd vers hartinfarct, sinusbradycardie, tweede- of derdegraads AV-block, ‘sick sinus’-syndroom en atriumfibrilleren of atriumflutter bij een extra ‘bypass’. Verapamil kan dan het risico op hartritmestoornissen verhogen. Ook harthalen klasse III en IV is een contra-indicatie, omdat verapamil het hartfalen kan verergeren en ook dan de kans op hartritmestoornissen verhoogt.1
Verapamil mag niet worden gebruikt bij een gecompliceerd vers hartinfarct
Verapamil wordt liever niet gebruikt bij het Brugada-syndroom, omdat het kan leiden tot afwijkingen van het ECG. Bij het Wolff-Parkinson-White-syndroom wordt verapamil met voorzichtigheid toegepast, ook hier is de kans op hartritmestoornissen verhoogd.1 Bij toepassing bij hypertrofische obstructieve cardiomyopathie is zorgvuldige controle nodig, omdat verapamil de aandoening ook juist kan verergeren.1
Bij aandoeningen waarbij de neuromusculaire transmissie is aangedaan, zoals myasthenia gravis en gevorderde Duchenne spierdystrofie, wordt verapamil ook met voorzichtigheid toegepast. Het geeft dan een risico op extrapiramidale stoornissen en paralyse.1
Verapamil kan de klachten van refluxziekte, porphyria cutanea tarda en psoriasis verergeren.
Ook bij acute porfyrie wordt verapamil vermeden.1
Dit artikel is op feitelijke onjuistheden gecheckt door apotheker Florence Van kerckhoven van de Koninklijke Apothekersvereniging van Antwerpen, en apotheker Annemieke Horikx van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP).
Nursing maakt gebruik van de informatie van de Kennisbank KNMP. Deze bevat de meest recente medicatie-informatie. Mogelijk komt deze niet overeen met het advies van het Farmacotherapeutisch Kompas (FK). Het FK neemt echter vooral bijsluiterteksten over, en die worden niet meteen aangepast.
Geraadpleegde literatuur
- KNMP Kennisbank, geraadpleegd mei 2019.
- www.apotheek.nl, geraadpleegd mei 2019.
- NHG-standaard Atriumfibrilleren, geraadpleegd mei 2019.
- www.farmacotherapeutischkompas.nl, geraadpleegd mei 2019.
- www.bcfi.be, geraadpleegd mei 2019.
Calciumantagonisten
De werking van calciumantagonisten zoals verapamil berust op remming van de instroom van calciumionen in de cellen van het hart en het spierweefsel van de arteriën. Daardoor nemen de sinusfrequentie en de geleidingssnelheid in de AV-knoop af.
Andere calciumantagonisten zijn diltiazem en de zogenoemde dihydropyridines, zoals nifedipine en amlodipine. De dihydropyridines hebben een iets andere werking en een ander toepassingsgebied dan verapamil en diltiazem. Dihydropyridines hebben vooral een effect op de arteriële vaatwand. Daardoor ontstaat vasodilatatie. Dihydropyridines zijn daardoor vooral effectief bij de behandeling van hypertensie en angina pectoris.
Verapamil en diltiazem hebben met name een effect op de hartspiercellen. Ze leiden ook tot vasodilatatie, maar verlagen ook de contractiekracht van het hart, de sinusfrequentie en verlengen de refractaire periode van de AV-knoop. Bij diltiazem zijn deze effecten minder sterk dan bij verapamil.1
Toets je kennis
Zoek je verdieping in je vak, doe dan mee aan de Nursing Challenge: online kennistoetsen over twee vakinhoudelijke artikelen
Hoe het werkt
-
Iedere maand verschijnen in Nursing magazine en op Nursing.nl twee artikelen waaraan een kennistoets is verbonden: een artikel over een verpleegkundig onderwerp en een medicijnartikel
-
Met de eerste toets verdien je 2 accreditatiepunten en met de tweede 1. Per jaar kun je dus 33 accreditatiepunten verdienen (Nursing verschijnt 11 keer per jaar)
-
Alle toetsen staan online op www.nursing.nl/challenge
Win leuke prijzen!
-
Per maand wordt onder alle deelnemers een goodiebag verloot
-
Aan het eind van het jaar winnen de drie beste deelnemers mooie prijzen
-
De winnaars worden elke maand online bekendgemaakt
Voorbeeldvraag Verapamil
Meneer De Groot is gestart met tabletten verapamil 3 dd 80 mg, in verband met een hypertensie. De arts adviseert hem om de tablletten niet in te nemen met:
A Citroensap
B Melk
C Grapefruitsap
D Karnemelk
E Sinaasappelsap
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.
Calciumantagonisten
De werking van calciumantagonisten zoals verapamil berust op remming van de instroom van calciumionen in de cellen van het hart en het spierweefsel van de arteriën. Daardoor nemen de sinusfrequentie en de geleidingssnelheid in de AV-knoop af.
Andere calciumantagonisten zijn diltiazem en de zogenoemde dihydropyridines, zoals nifedipine en amlodipine. De dihydropyridines hebben een iets andere werking en een ander toepassingsgebied dan verapamil en diltiazem. Dihydropyridines hebben vooral een effect op de arteriële vaatwand. Daardoor ontstaat vasodilatatie. Dihydropyridines zijn daardoor vooral effectief bij de behandeling van hypertensie en angina pectoris.
Verapamil en diltiazem hebben met name een effect op de hartspiercellen. Ze leiden ook tot vasodilatatie, maar verlagen ook de contractiekracht van het hart, de sinusfrequentie en verlengen de refractaire periode van de AV-knoop. Bij diltiazem zijn deze effecten minder sterk dan bij verapamil.1
Toets je kennis
Zoek je verdieping in je vak, doe dan mee aan de Nursing Challenge: online kennistoetsen over twee vakinhoudelijke artikelen
Hoe het werkt
-
Iedere maand verschijnen in Nursing magazine en op Nursing.nl twee artikelen waaraan een kennistoets is verbonden: een artikel over een verpleegkundig onderwerp en een medicijnartikel
-
Met de eerste toets verdien je 2 accreditatiepunten en met de tweede 1. Per jaar kun je dus 33 accreditatiepunten verdienen (Nursing verschijnt 11 keer per jaar)
-
Alle toetsen staan online op www.nursing.nl/challenge
Win leuke prijzen!
-
Per maand wordt onder alle deelnemers een goodiebag verloot
-
Aan het eind van het jaar winnen de drie beste deelnemers mooie prijzen
-
De winnaars worden elke maand online bekendgemaakt
Voorbeeldvraag Verapamil
Meneer De Groot is gestart met tabletten verapamil 3 dd 80 mg, in verband met een hypertensie. De arts adviseert hem om de tablletten niet in te nemen met:
A Citroensap
B Melk
C Grapefruitsap
D Karnemelk
E Sinaasappelsap
De toets bij dit artikel is niet meer beschikbaar. Eerder behaalde accreditatiepunten blijven gewoon geldig.